Spring naar inhoud

Onderwijsontwikkelingen

2.1 Instellingsbrede onderwijsontwikkelingen

2.1.1 Onderwijsontwikkelingen

Op het niveau van het Alfa-college spelen diverse onderwijsontwikkelingen. De uitvoering van deze ontwikkelingen wordt zichtbaar op de onderwijslocaties. In deze paragraaf beperken we ons tot het beschrijven van een aantal grotere ontwikkelingen. In het jaar 2020 heeft de digitale onderwijsontwikkeling een vlucht gekregen door het coronavirus. En daarnaast hebben een aantal geplande onderwijsontwikkelingen, soms in een wat andere vorm, doorgang gevonden.

Visie op leren, begeleiden en beoordelen
In het najaar zijn we een traject gestart om te komen tot een visie op leren, begeleiden en waarderen. Deze visie is gebaseerd op de strategische missie en visie van het Alfa-college. Er zijn meerdere bijeenkomsten georganiseerd met verschillende betrokkenen (docenten, studenten, werkveld, directeuren en College van Bestuur) die hebben geleid tot een visie. Deze visie is verwoord en vormgegeven in een praatplaat. De visie op leren, begeleiden en waarderen is de opmaat en stevige basis voor de invulling van beleid, inrichting van opleidingen en van systemen van het Alfa-college. In 2021 wordt de visie aangevuld met richtinggevende uitspraken, ontwerpprincipes en onderwijsstandaarden. Voor burgerschap en excellentie waren al visietrajecten gestart. De uitkomsten van deze trajecten worden meegenomen in het vervolg in 2021. De visie op burgerschap, loopbaan en passend onderwijs wordt in 2021 verder ontwikkeld. De visie op excellentie van het Alfa-college is uitgewerkt in een meerjarenplan en is in 2020 vastgesteld. Het hoofdthema van dit plan is om te komen tot meer draagvlak en kennis binnen de organisatie met betrekking tot excellent onderwijs en talentontwikkeling. Het excellentie-onderwijs binnen het Alfa-college bevat een aantal mooie programma’s en steeds meer studenten nemen hieraan deel. Het doel is te komen tot een cultuur waarin excellentie structureel onderdeel uitmaakt van de ontwikkeling van ons onderwijs. De gesprekken om te komen tot de vernieuwde visies geven een goede impuls om te komen tot een gemeenschappelijke taal binnen het Alfa-college en een meer eenduidig en samenhangend beleid.

Flexibilisering
In de strategische visie van het Alfa-college is de weg naar meer flexibiliseren en personaliseren van ons onderwijs ingeslagen. Locaties en teams worden uitgedaagd vorm te geven aan flexibel onderwijs. Adviseurs O&K ondersteunen de teams hierbij. Om teams te helpen keuzes te maken en zicht te krijgen op hoe medewerkers denken over dit thema wordt o.a. het instrument van de FlexScan ingezet voor individuele teams en/of de gehele locatie. Daarnaast is de leergang ‘Onderwijsmaker’ ontwikkeld en deze wordt in drie verschillende groepen uitgevoerd (open inschrijving, voor een specifieke doelgroep/locatie). De leergang is bedoeld voor docenten die direct betrokken zijn bij het (her)ontwerpen van onderwijstrajecten en curricula. Onderwerpen die aan de orde komen zijn basisstappen curriculumontwerp, onderwijskundige uitgangspunten, waarderen, toetsen en beoordelen (formatief en summatief), flexibiliseren vanuit onderwijskundig perspectief, onderwijslogistieke vraagstukken en ontwerpen en arrangeren van onderwijs met en in systemen van het Alfa-college. Op basis van de ervaringen met de leergang wordt de leergang aangepast en in 2021-2022 weer aangeboden. Het onderwerp flexibiliseren is op alle locaties in beweging en vraagt op diverse vlakken ondersteuning.

Onderwijsontwikkeling
Onderwijsontwikkeling en kwaliteitsontwikkeling gaan hand in hand. Steeds meer onderwijsteams, en ook teams van ondersteunende diensten, ontdekken de effectiviteit van Krachtwerk (gebaseerd op de methodiek van Stichting LeerKRACHT). In 2020 is de handreiking teamplannen geïntroduceerd. Deze handreiking is bedoeld om teams te helpen vorm en inhoud te geven aan het teamplan. De onderdelen die in deze handreiking zijn beschreven moeten een plek krijgen in het teamplan, de vorm mag door het team zelf worden bepaald. In de handreiking worden methodieken/tools van Krachtwerk aangereikt die het kwaliteitsbewust werken kunnen ondersteunen. Op deze wijze wordt een directe koppeling gestimuleerd tussen onderwijs- en kwaliteitsontwikkeling. Deze werkwijze wordt in 2021 geëvalueerd.

Alumni
De ambitie die het Alfa-college in 2019 in zijn strategisch beleid heeft uitgesproken is helder: een intensiever contact onderhouden met alumni, alumni betrekken bij het inrichten en uitvoeren van opleidingen en het examineren ervan ten behoeve van een uitdagende leeromgeving én alumni zien als potentiële doelgroep in het kader van leven lang ontwikkelen. Om uiterlijk aan het eind van deze strategische periode (2023) te kunnen constateren dat we deze ambitie hebben behaald zijn de volgende doelen bepaald: de bedoeling van het intensief contact onderhouden met alumni is kort en aansprekend geformuleerd en wordt onderschreven en gedragen door locaties en is voortdurend een herkenbaar vertrekpunt. Er is een passend intern systeem ingericht dat opleidingsteams faciliteert in het beheren en raadplegen van relevante alumnigegevens. Opleidingsteams kunnen zelf in kaart brengen (instrument) en delen (platform) wat zij al doen en wat zij kúnnen doen om hun contacten met alumni te intensiveren en (beter) te benutten. Daarnaast maakt het Alfa-college jaarlijks gebruik van een externe informatiebron, het alumni-onderzoek van Customeyes, ‘Het échte studiesucces’.

Voortijdig School Verlaten
Tot slot is in 2020 een groot onderzoek gedaan naar Voortijdig School Verlaten (VSV), interne doorstroom en uitstroom van anderstalige studenten; één van de beloftes uit de kwaliteitsagenda 2019-2022. De drie onderzoeksvragen: hoe kan vsv verder worden verlaagd op alle niveaus, hoe kunnen we de interne doorstroom naar hogere niveaus meer stimuleren, waarom stromen anderstalige studenten vaker ongediplomeerd uit en hoe kunnen we hen beter begeleiden in hun opleiding?

Alle drie de deelonderzoeken bestaan uit een combinatie van literatuuronderzoek, interviews (en vragenlijsten) met docenten en studenten en een kwantitatieve analyse van historische gegevens uit de studentenadministratie, eventueel aangevuld met DUO-gegevens (laatste drie jaar). Het onderzoek is uitgevoerd door collega’s van O&K en een aantal docenten. Begin 2021 worden de uitkomsten van deze onderzoeken binnen de organisatie besproken en de aanbevelingen opgepakt.

Online onderwijs
Medio maart zijn we per direct overgegaan naar online onderwijs, veelal via Ms Teams. Er is een digitaal e-learningplatform ingericht en er zijn i-coaches aangesteld om docenten te ondersteunen bij het vormgeven van online onderwijs met de diverse beschikbare tools. Er is ingezet op professionalisering van de i-coaches en onderwijsgevend personeel. Medio 2020 is afgesproken de inzet van de i-coaches voor de komende twee jaar te continueren en in te zetten voor professionalisering en het verbinden van diverse digitale ontwikkelingen, zoals de invoering van ‘it’s learning’. Door de coronamaatregelen was het nodig de huidige werkwijze aan te passen. We hebben actief ingezet op het vertalen van de servicedocumenten van de MBO-raad naar afspraken voor het Alfa-college vanuit de bedoeling onderwijsteams te faciliteren om binnen de mogelijkheden van de coronamaatregelen aanpassingen door te voeren, met behoud van de juiste kwaliteit. Met name op het gebied van examinering zijn diverse versies van de ‘Afspraken examineren Alfa-college’ verschenen en de ‘Handreiking bij de documenten voor verantwoording’. Deze documenten zijn ontwikkeld om de onderwijsteams en de examencommissies te ondersteunen.

2.1.2 Kwaliteitsagenda

Het College van Bestuur verantwoordt zich over de realisatie van de Kwaliteitsagenda conform de Alfa-college bekende vierslag ‘beschrijven, analyseren, waarderen en leren’. Wij borduren voort op de verantwoording in het jaarverslag van 2019. In bijlage 10.1 is per belofte van 2020 de stand van zaken, reden van afwijking en wat we gaan doen uitgewerkt. In bijlage 10.2 is de betrokkenheid van studenten, docenten en partners in de regio beschreven, evenals de betrokkenheid van de Studentenraad, de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht bij de Kwaliteitsagenda. In bijlage 10.2 verantwoorden wij de ingezette middelen voor de beloften en maatregelen voor 2020. Aan een aantal thema's uit de Kwaliteitsagenda wordt op andere plaatsen in dit geïntegreerde jaardocument specifiek aandacht besteed.

De Kwaliteitsagenda (2019-2022) van het Alfa-college bestaat uit de volgende vier speerpunten:

  1. Opleiden voor de samenleving van de toekomst
  2. Gelijke kansen
  3. Kwetsbare jongeren
  4. Onderwijsinnovatie

Elk speerpunt bestaat uit diverse thema’s met bijbehorende beloften en maatregelen. Elk thema heeft een themaregisseur, dat is één van de directeuren. Vaak sluit het thema aan bij de andere portefeuilles waarvoor de betreffende directeur integraal verantwoordelijk is. Ook voor de thema’s uit de Kwaliteitsagenda zijn de directeuren integraal verantwoordelijk; niet alleen voor hun eigen locatie, maar voor het gehele Alfa-college dragen zij de verantwoordelijkheid voor hun thema’s. Dit maakt dat er samen gewerkt, samen geleerd en samen gedeeld wordt. De voortgang van de Kwaliteitsagenda wordt met enige regelmaat in het directieoverleg besproken. Om ook het College van Bestuur op de hoogte te stellen van de voortgang van de Kwaliteitsagenda, is er periodiek overleg tussen het College van Bestuur, de portefeuillehouder Kwaliteitsagenda namens de directeuren en de coördinator van de Kwaliteitsagenda. Het College van Bestuur ontvangt daarvoor een voortgangsrapportage, vergelijkbaar met bijlage 10, waarin per belofte de stand van zaken wordt weergegeven en er middels een kleurcodering wordt aangegeven wat de stand van zaken is. De portefeuillehouder Kwaliteitsagenda neemt de tips en opmerkingen van het College van Bestuur mee naar de themaregisseurs.

De Kwaliteitsagenda sluit aan op bestaande activiteiten en prioriteiten van het Alfa-college, zoals onze strategische koers. Dit maakt dat veel teams aan de slag zijn met de Kwaliteitsagenda, soms expliciet en soms impliciet. Bij sommige thema’s zijn de beloften voor 2020 dan ook al gerealiseerd en lopen we zelfs wat voor, terwijl er ook nog een enkele belofte van 2020 is waar nog iets aan gedaan moet worden. We beschrijven hieronder per speerpunt meerdere voorbeelden. Een uitgebreide beschrijving van de exacte stand van zaken op 31 december 2020 per belofte is uitgewerkt in bijlage 10.1.

Beschrijven

Speerpunt 1 Opleiden voor de samenleving van de toekomst
Dit speerpunt heet landelijk ‘Opleiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst’. Wij hebben ervoor gekozen ‘arbeidsmarkt’ te vervangen door ‘samenleving’. Hierdoor benadrukken wij dat niet alleen de student als werknemer centraal gesteld wordt, maar de student als persoon die deel uitmaakt van de samenleving. In deze samenleving hebben we altijd te maken met het bedrijfsleven, instellingen en overheden. We zetten onze samenwerking met deze partners in de regio in om beloften te realiseren. Ondanks het coronavirus heeft veel samenwerking wel doorgang gevonden. Dit zie je bijvoorbeeld bij het thema Healthy Ageing of de diverse thema’s rondom Techniek waar partners in de regio een significante rol hebben om het onderwijs actueel te houden. We hebben de ambitie om samen met het werkveld de zorgopleidingen adequaat te laten zijn en samen uit te voeren. Dit doen we al geruime tijd op tal van locaties, zoals leerafdelingen in ziekenhuizen (Martini, UMCG) of verpleeghuizen (Saxenburgh Groep, NNCZ). Ook komen zorgverleners op onze onderwijslocaties om bijvoorbeeld praktijkonderwijs te verzorgen samen met onze docenten. Op die manier kunnen we onze studenten optimaal voorbereiden op de arbeidsmarkt én samenleving van de toekomst. In het thema ‘Energie en duurzaamheid’ zijn we ook volop aan de slag met de samenleving van de toekomst. Actuele thema’s in deze branche worden opgepakt met partners in de regio, waardoor studenten in projecten kunnen leren over thema’s zoals waterstoftechniek of duurzaam bouwen.

Speerpunt 2 Gelijke kansen
Wij geven onszelf zowel in de Kwaliteitsagenda als in onze strategische koers de opdracht om iedereen binnen ons roc gelijke kansen te bieden, ongeacht de sociaaleconomische situatie van de student. Dit laten we bijvoorbeeld zien bij het realiseren van de beloften bij het thema ‘Inburgering en participatie’. Onze bevlogen docenten geven zowel les in de school als in de praktijk, zoals bijvoorbeeld bij Larcom in Hardenberg. We werken daarvoor intensief samen met lokale gemeenten, instellingen en bedrijven. De begeleiding die we vanuit het Alfa-college bieden, sluit goed en naar tevredenheid van deze doelgroep aan. Op die manier krijgt ook deze doelgroep ruim de kans zich te ontwikkelen. Bij het thema ‘Toegankelijkheid’ hebben we ook gewerkt aan gelijke kansen voor studenten. We hebben ervoor gezorgd dat er geen financiële blokkades zijn voor studenten om hun gewenste opleiding te volgen. We hebben bovenop alle regelingen en mogelijkheden die er zijn een hardheidsclausule opgesteld, waardoor nu echt elke student een tegemoetkoming kan krijgen en er zo niemand tussen wal en schip valt. Er zijn dan ook op dit moment geen signalen van studenten die om financiële redenen hun gewenste opleiding niet kunnen volgen.

Speerpunt 3 Kwetsbare jongeren
Het Alfa-college heeft het speerpunt ‘Kwetsbare jongeren’ niet beperkt tot de studenten van niveau 1 en 2. Wij hebben aandacht voor alle studenten die extra zorg en aandacht nodig hebben. Zo hebben we de groep thuiszitters in beeld gebracht, één van de beloften van het thema ‘Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt’. Voor deze groep zijn niet alleen programma’s ontwikkeld zoals we ons voorgenomen hadden, maar deze programma’s worden ook al ingezet om thuiszittende jongeren naar school en/of werk te begeleiden. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het thuiszitterspact Groningen of het Kanstraject in Hoogeveen. In het thema ‘Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt’ is het subthema ‘Maatregelen bpv en werk’ nog een uitdaging. Bijvoorbeeld t.a.v. de belofte om vier baanafspraakbanen (BAB) te realiseren, is er tot nu toe één BAB gerealiseerd. Hier zien we de invloed van het coronavirus: bijvoorbeeld de catering of schoonmaak waren BAB-plekken die stillagen en/of de begeleiding kon niet gegarandeerd worden vanwege coronamaatregelen. Om BAB-plekken verder uit te breiden ondernemen we in de komende termijn diverse acties. In het kader van het coronavirus hebben we ook nog meer gedaan voor de doelgroep kwetsbare jongeren. We hebben bijvoorbeeld op al onze locaties noodopvang gerealiseerd, waardoor kwetsbare studenten konden blijven studeren in de periode van de lockdown.

Speerpunt 4 Onderwijsinnovatie
Dit speerpunt hebben wij boven op de drie landelijke speerpunten toegevoegd aan onze Kwaliteitsagenda. Onderwijsinnovatie is geen doel op zich, maar het is bedoeld om onze studenten beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt en op de samenleving van de toekomst. We vinden het noodzakelijk om ons onderwijs te innoveren omdat de wereld om ons heen ook continu verandert. Een van die veranderingen is de vraag naar korte programma’s en modules die direct aansluiten bij leerbehoeften van werkenden. In het thema ‘Leven Lang Ontwikkelen’ hebben we beloften gerealiseerd ten aanzien van het ontwikkelen van een aanvullend aanbod van modules, certificeerbare eenheden en educatieve trajecten, zoals digitale vaardigheden niveau 1 en 2 of modules uit ICT- of zorgopleidingen. Dit aanvullende aanbod blijft zich verder uitbreiden en gebeurt zoveel mogelijk in samenwerking met partners in de regio. Ook bieden we de mogelijkheid aan werkenden en niet-werkenden om via de derde leerweg ingeschreven te worden. Al met al willen we zorgen voor uitdagender onderwijs dat nog beter aansluit bij de wensen van onze studenten.
Zoals uit bovenstaande blijkt werken medewerkers van het Alfa-college veel samen met partners in de regio om de beloften te realiseren en de kwaliteit van het onderwijs elke dag een beetje beter te maken voor onze studenten. Over deze samenwerking is meer te lezen in bijlage 10.

Analyseren

Wat we zien is dat we, ondanks de nodige uitdagingen op allerlei vlakken waaronder de coronacrisis, toch het overgrote gedeelte van de beloften hebben kunnen realiseren. Voor de thema’s die we niet gerealiseerd hebben, weten we goed wat we gaan doen om de beloften alsnog te realiseren. Dit is te vinden in de kolom ‘wat gaan we doen’ in bijlage 10.

Doordat we de Kwaliteitsagenda zo hebben ingevoerd en ingepast in onze dagelijkse werkzaamheden, zowel van directeuren, management als docenten, zien we ook dat alle thema’s volop aandacht krijgen en dat we daarmee gestelde beloften realiseren. Sommige beloften hadden we daardoor al in een vroeg stadium gerealiseerd en zijn we al bezig met de beloften van de tweede termijn (2021-2022). Dit geldt bijvoorbeeld voor de beloften van het subthema ‘Vernieuwing Techniekprogramma’s’ waarbij een divers opleidingenaanbod al is geïmplementeerd. Ook zijn we door de coronacrisis sommige beloften gaan versnellen, zoals bij het thema ‘Digital Society, digitale communicatie in het onderwijs’. Daar zouden we een implementatieplan maken voor digitale communicatie, maar digitale communicatie is veel sneller dan gedacht al geïmplementeerd. Daardoor wijken we soms af van de letterlijke tekst van de beloften van de Kwaliteitsagenda, maar hebben we de bedoeling van een belofte wel gerealiseerd. De bedoeling van beloften houden we steeds voor ogen bij alle beloften. Zo ook bij de beloften waar we te maken hebben met een achterstand in definitieve cijfers van DUO. In die gevallen gebruiken we cijfers die we wel voorhanden hebben. Dit beschrijven we ook in bijlage 10.

Er zijn tevens nog enkele thema’s waar we een verklaring van afwijking geven omdat beloften nog niet volledig zijn gerealiseerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het thema ‘Doorlopende leer- en ontwikkellijn aansluiting havo-mbo’. Daarbij zouden we mbo-schakelprogramma’s ontwikkelen voor havisten die overstappen naar een beroepsopleiding in het mbo. We kwamen tot het inzicht dat we de scope van deze belofte willen verbreden met de overstappers vanuit het hbo, zodat de programma’s die we ontwikkelen ook een bredere doelgroep zullen aanspreken en hen zal helpen naar een beroepsdiploma. Dit kost meer tijd en maakt dat deze belofte nog niet gerealiseerd is. Dergelijke beloften ronden we zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in de tweede termijn, af.

In het geïntegreerde jaardocument van 2019 beschreven we dat de rol van themaregisseur nog verder ontwikkeld moest worden. Het overzicht over en de samenwerking tussen locaties had nog de nodige aandacht nodig. Dit hebben we vanuit de themaregisseurs opgepakt en hebben dit geïntensiveerd. Met enige regelmaat wordt de Kwaliteitsagenda in het directeurenoverleg besproken en wordt er gedeeld en van elkaar geleerd. Met als resultaat dat de beloften van 2020 in overwegende mate zijn afgerond en nieuwe beloften van 2022 al zijn opgepakt.

Waarderen

Zoals duidelijk moge zijn, zijn we tevreden over de voortgang van de Kwaliteitsagenda. Veel beloften van 2020 zijn gerealiseerd of de bedoeling van de belofte waargemaakt is. We zien ook het positieve effect op de organisatie, gekoppeld aan de strategische koers van het Alfa-college. Er wordt volop aan de strategische koers en beloften uit de Kwaliteitsagenda gewerkt. We zijn ons meer bewust van waar we naar toe willen. Dit zien we ook bij beloften waar we ons best doen om beloften te realiseren, maar waarbij we ook vooral de bedoeling van de beloften voor ogen houden. Bijvoorbeeld het versterken van de verbinding van docenten met het werkveld bij het thema ‘Energie en duurzaamheid’. We kiezen ervoor om niet van docentstages te spreken, maar hebben dit doorontwikkeld vanuit de bedoeling van deze belofte. We moedigen docenten dan ook aan om structurele en betekenisvolle contacten met het werkveld te ontwikkelen en zoals te lezen is gebeurt dit volop!

We zijn uiteraard niet tevreden over de thema’s die we nog niet hebben afgerond, ongeacht de oorzaken die verschillend zijn per belofte. Hoe we de belofte alsnog gaan afronden is beschreven in bijlage 10. Gezien alle beloften die we al hebben kunnen afronden, maar ook gezien de beloften voor 2022 waarvoor we al actief bezig zijn, hebben we het volste vertrouwen dat we de achtergebleven beloften, of in ieder geval de bedoeling van de beloften, alsnog gaan realiseren.

Wat we ook ontzettend waarderen is de betrokkenheid van onze partners in de regio en de actieve inzet van docenten om de maatregelen uit te voeren en zodoende de beloften te realiseren. Zo zijn we trots op onze samenwerkingen rondom het thema ‘Inburgering en participatie’ waardoor alle beloften zijn gerealiseerd. Ook zien we dat er door het realiseren van beloften merkbaar verschillen komen voor studenten, hoewel zij dit niet expliciet aan de Kwaliteitsagenda koppelen, maar wel bijvoorbeeld in actuele thema’s in het onderwijs bij bijvoorbeeld techniek of wanneer er lesgegeven wordt op zorglocaties en steeds minder op school. Ook zien studenten dat opleidingen steeds  flexibeler worden en er meer maatwerk mogelijk is. Het enthousiasme dat in de organisatie leeft weten we verder te brengen. Dit helpt ons om de beloften te realiseren en waar het kan ook stappen extra te zetten.

Leren

Het werken met de Kwaliteitsagenda had in de startfase voor ons de nodige uitdagingen. Gaandeweg hebben we steeds bijgeleerd en blijven we ook nu nog steeds bijleren. We hebben het afgelopen jaar geleerd om de themaregisseur nog beter in zijn rol te laten werken aan het realiseren van de beloften van de Kwaliteitsagenda. Maar ook dit proces is nog niet af, elke keer als we weer bij elkaar komen scherpen we deze rol aan en vullen die aan. Wat we ook hebben geleerd is om niet alleen naar de beloften toe te werken, maar ook steeds de bedoeling van de beloften voor ogen te houden. Dit geeft meer inhoud aan wat we realiseren dan slechts alleen de beloften na te streven.

Dat we al veel van de beloften hebben gerealiseerd, wil niet zeggen dat we achteroverleunen. We werken volop aan de beloften en waar het kan zetten we een stap extra om te blijven vernieuwen en verbeteren. Om dit te realiseren zetten we ons 100% in en blijven we rekenen op de inzet van onze medewerkers en de constructieve samenwerking met onze partners in de regio. Ondertussen zijn we ook al volop bezig met de beloften van 2022. Doordat bepaalde beloften van 2020 al vroeg waren afgerond, zijn we gestart met beloften van 2022. Ook daar zien we dat we al bij behoorlijk wat thema’s goed op weg zijn. Vanaf 2021 gaan we vanzelfsprekend volop aan de slag met de nieuwe beloften. Tevens gaan we ijverig aan de slag met de beloften van 2020 die nog niet volledig zijn afgerond. Dit blijven we monitoren en ronden we zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in de tweede termijn, af.   

2.1.3 Practoraat 'Verschillen waarderen'

De Federatie Christelijk mbo geeft het practoraat ‘Verschillen Waarderen’ de opdracht om onderzoek te doen en professionaliseringsactiviteiten te ontwikkelen rondom het onbevooroordeeld omgaan met diversiteit in al haar vormen en het tegengaan van polarisering. Dit thema raakt aan burgerschap, persoonsvorming en identiteitsontwikkeling. Het practoraat helpt scholen om inclusiever te worden door interventies te ontwikkelen op alle lagen van de organisatie.

Het practoraat heeft meerdere functies: een verbindende functie, een onderzoeksfunctie, een professionaliseringsfunctie en een adviesfunctie. De drie zuilen waarop het practoraat is gebouwd zijn onderzoek, ontmoeting en inspiratie.

Onderzoek
Het oprecht aandacht hebben voor de ander is ook verwerkt in de manier waarop het practoraat onderzoek doet. Uitgangspunt van onderzoek zijn de verhalen uit de onderwijspraktijk in het mbo en wat we daarvan kunnen leren. Het practoraat ziet onderzoek als het spel van het zoeken naar verhalen. Het wil kennis verkrijgen ‘door de ogen van de ander’. Dit is, zoals Jonker (2000) stelt, de grondhouding van kwalitatief onderzoek. Onderzoeksinstrumenten van kwalitatief onderzoek, zoals  interviews, passen goed bij het thema ‘oprechte interesse in de ander’. Dat is belangrijk als het gaat om verschillen waarderen.

In 2020 onderzochten Windesheimstudenten van de lerarenopleiding samen met mbo-docentonderzoekers van het practoraat de vraag hoe kan je ‘empathie ontwikkelen’ bevorderen om zo verschillen te leren waarderen?. Dit leidde tot de volgende resultaten en producten:

De empathische dialoog kunnen voeren is een belangrijke vaardigheid om verschillen te leren waarderen.
Naar aanleiding van dit inzicht is het volgend product ontwikkeld: Masterclass de empathische dialoog voeren. Deze masterclass is onderdeel van ‘Train de trainer’ en ‘Taskforce inclusivity’ en was basis voor de werkvorm ‘caleidoscopische kaarten’.

De school en iedereen die daar werkt of studeert heeft een rol bij empathie ontwikkeling om verschillen te leren waarderen.
Naar aanleiding van dit inzicht zijn de volgende producten ontwikkeld: een training voor ‘Taskforce inclusivity’. Dit product is ontwikkeld voor een groep van professionals uit alle lagen van de organisatie die inclusie- bevorderende interventies ontwikkelen en implementeren op de eigen school. Een vraag voor een vervolgonderzoek is hoe medewerkers (docenten en ondersteunend personeel) en leidinggevenden inclusie  kunnen bevorderen.

De school moet een safe space zijn voor iedereen (studenten, professionals, bezoekers).
Naar aanleiding van dit inzicht zijn de volgende producten ontwikkeld: een masterclass creëren van een safe space: deze masterclass is onderdeel van ‘Taskforce inclusivity’. Tevens is een essay verschenen in de bundel ‘Geborgenheid: pedagogische opdracht van school’.

Ontmoeting
Het practoraat ‘Verschillen Waarderen’ wil onderwijsprofessionals ook handvatten aanreiken om jongeren te begeleiden bij het leren openstaan voor de onbevooroordeelde ontmoeting met anderen. Het practoraat zoekt daarbij vooral de situaties op waarbij de verschillen groter lijken dan de overeenkomsten. Situaties waar mensen met diverse achtergronden en overtuigingen elkaar ontmoeten, samenleven, samen leren, samen werken. Net als in het onderzoek is het uitgangspunt voor ontmoeting het oprecht geïnteresseerd zijn in het verhaal van de ander.

Inspiratie
Waar het practoraat vol vuur en enthousiasme voor gaat, is het onbevooroordeeld ontmoeten van mensen, ‘out of the box’ denken, verbinding maken tussen (groepen) mensen, verschillen waarderen. Het practoraat wil de geest inblazen en inademen, en raken en geraakt worden door persoonlijke verhalen. Kunst, film, muziek kunnen daarbij een hulpmiddel en inspiratiebron zijn. Daarom werkt het practoraat samen met filmmakers, musici en andere kunstenaars.

Vooruitblik
In 2021 willen we een vervolgonderzoek uitvoeren rondom inclusie  en verschillen waarderen op school. Hierbij ligt de nadruk op hoe docenten, ondersteunend personeel en leidinggevenden inclusie op school kunnen bevorderen. Ook wordt op zes mbo-instellingen in 2021 onderzoek gedaan naar  inclusie en verschillen waarderen in relevante stukken zoals visie en missie, hrm-beleid, teamplannen en hoe dit in de praktijk wordt gebracht door docenten, onderwijsondersteuners, managers en bestuurders.

In het kader van de pilot ‘Taskforce inclusivity’ wordt op vier mbo-instellingen een groep professionals uit alle lagen van de organisatie getraind om interventies te ontwikkelen en te implementeren die inclusie en verschillen waarderen bevorderen. Ook wordt een ‘Train de trainer’ ontwikkeld waarbij docenten van scholen van de federatie in 2021 een ‘Train de trainer’-project volgen om de producten van het practoraat op hun school te kunnen implementeren.

2.1.4 Lectoraat 'Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie'

Hoe kunnen beroepsonderwijs en bedrijfsleven samen zorgen voor duurzame vernieuwingen op het gebied van gezondheid, wonen en toerisme in de regio? Daar deed het lectoraat ‘Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie’ onderzoek naar. Het hoofddoel van het lectoraat was het creëren en onderzoeken van gezamenlijke kennisallianties waarbij vorm gegeven werd aan nieuwe combinaties van leren en werken. Dit gebeurde in de regioteams Groningen en Friesland, Drenthe en Noordoost Overijssel rondom de bovengenoemde thema’s.

Het lectoraat:
– vormt creatieve combinaties tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven
– ontsluit kennis en ontwikkelt duurzame innovatieprocessen
– legt primair regionale verbindingen
– maar ook (inter)nationale, bijvoorbeeld in het Duitse grensgebied 

Het lectoraat is na drie perioden van telkens vier jaar per december 2020 beëindigd. Het afsluitende congres op 3 december 2020 ‘Reisgenoten in Praktijklandschappen’ bood een mooi overzicht van wat er bereikt is en welke vervolgstappen kansrijk zijn. Lector Ineke Delies blikte in haar afscheidslezing terug op resultaten, plaatste enkele behartenswaardige kanttekeningen op grond van ervaringen en onderzoek en belichtte enkele door haar aanbevolen vervolgstappen. Vanaf de start in 2009 van het lectoraat is stelselmatig gewerkt aan het leggen van dwarsverbanden en de creatie van innovatie samenwerkingsvormen tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. De vruchten van de veelkleurige initiatieven die de methodiek heeft opgeleverd zijn rijk en divers. Het praktijkonderzoek dat binnen het lectoraat plaatsvond heeft zich door de tijd heen al doende stap voor stap ontwikkeld. De resultaten hebben bijgedragen aan nieuwe inzichten binnen onderwijsorganisaties, overheden en het werkveld. Het lectoraat heeft op succesvolle wijze sociaaleconomische innovatievraagstukken uit de regio aangepakt en daarbij een methodiek ontwikkeld die ook voor anderen toepasbaar is. Met name de realisatie van lerende (kennis)netwerken en de rol van verbindende leiders (aangeduid als ‘conveners’) dragen volgens het lectoraat bij aan de vorming van duurzame praktijklandschappen.

2.1.5 Lectoraat 'Ondernemen in verandering'

Het lectoraat Ondernemen in Ontwikkeling is een samenwerking tussen het Alfa-college en de Hanzehogeschool Groningen met als doelen om het ondernemende vermogen te versterken van individuen en organisaties en het ondernemerschapsonderwijs te versterken. In 2020 had het lectoraat vier doelen; ten eerste de getoetste en beschreven concepten op het gebied van innovatief ondernemerschapsonderwijs verder te implementeren bij geselecteerde opleidingen van het Alfa-college, ten tweede onderzoek verrichten naar de ervaringen van studenten van het Alfa-college in het Start-up Ecosysteem Groningen en ten derde aanvragen doen voor financiering van innovatieplannen via subsidies.

De realisatie van de doelen verliep anders dan dat verwacht was in verband met het coronavirus, maar heeft met wijzigingen wel plaatsgevonden. Voor het eerste doel een numerieke grotere invoer innovatieve concept veranderende het coronavirus de plannen omdat de fysieke ontmoetingen niet konden plaatsvinden. In plaats daarvan zijn de concepten fysiek op de Health Hub Roden opgeschaald en doorontwikkeld en hebben de activiteiten online plaatsgevonden. Het innovatieve aspect is dat multidisciplinair en multilevel wordt samengewerkt met een scala aan partners. Met name de werkwijze ‘Kiemkracht’ bleek geschikt te zijn voor verdere validatie. Bij Kiemkracht worden studenten van het Alfa-college gekoppeld aan studenten van de Hanzehogeschool en de RUG ten einde het ondernemende vermogen van de studenten te versterken.

Voor de tweede doelstelling het onderzoek over ervaringen in het start-up ecosysteem hebben onderzoeken plaatsgevonden bij verschillende groepen studenten en dit heeft geleid tot publicaties. Publicaties gingen over Syrische ondernemende studenten, studentstarters in tijden van het coronavirus en ervaringen van de studenten van de opleiding Gaming.

Voor de derde doelstelling heeft het lectoraat in 2020 samen met partners een gehonoreerde O2LAB-aanvraag gedaan. Een O2LAB is een initiatief van de Rijksdienst voor Ondernemerschap (RVO) en streeft naar meer en beter ondernemerschap in het onderwijs. Samen met ondernemers, docenten en studenten. Waarbij het motto is dat ondernemende mensen sneller zelf de regie in hun werk en loopbaan nemen, vanuit het idee dat de samenleving in toenemende mate vraagt om deze mindset en vaardigheden. Het streven is dat onderwijs en bedrijfsleven daarin via O2LAB meer gaan samenwerken. Het plan is om in 2021 met onderwijsinstellingen, VNO Noord en de diverse hubs in de regio Groningen te gaan werken met gedeelde en gecombineerde programma’s. Het lectoraat is inhoudelijk leidend bij vormgeving en onderzoek naar de gezamenlijke programma’s. Een specifiek programma dat in 2021 doorontwikkeld gaat worden is het ‘Kritische Vrienden programma’. Dit programma is ontwikkeld door het lectoraat gedurende de afgelopen vier jaar.

Ondanks de corona-epidemie was 2020 een succesvol jaar, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Belangrijk is wel dat het lectoraat zichtbaar blijft naar de buitenwereld en dat onderwijskundigen aangesloten blijven bij de ontwikkeling van de concepten. Voor de komende tijd wordt geïnvesteerd om samen met docenten en staf van het Alfa-college verder vorm te geven aan innovatief ondernemerschapsonderwijs met partners in de regio binnen het O2LAB netwerk. Hierbij worden verschillende onderwijsdomeinen meegenomen en wordt ingezet op zowel ondernemend gedrag als het opzetten van een eigen onderneming. Onderwijskundigen worden vroeg aangehaakt om borging te verzekeren en worden lid van de gecombineerde kenniskring. Daarnaast wordt een mogelijke aansluiting verkend bij regionale coöperatieve initiatieven waarbij de concepten ingezet kunnen worden en onderwijs leven lang leren wordt.

2.2 Locatiespecifieke onderwijsontwikkelingen

2.2.1 Koersuitspraak 1

'Samen bereiden we onze studenten voor om blijvend maatschappelijk betekenisvol te zijn'

Admiraal de Ruyterlaan

Praktijklessen en praktijkplaatsen
In 2020 heeft het realiseren en aanbieden van kwalitatief hoogwaardige praktijklessen en/of passende stageplekken in deze coronatijd een prominente plaats gekregen. Met betrekking tot de stages kunnen we constateren dat studenten steeds lastiger een stageplek vinden. Bedrijven willen uit voorzorg geen extra mensen op de werkvloer hebben, hebben het te druk om mensen op te leiden of er is simpelweg te weinig werk. Om studievertraging of zelfs vroegtijdige schooluitval zoveel mogelijk te beperken, is er intensief gebruikt gemaakt van het opgebouwde netwerk om samen met bedrijven tot (soms creatieve) oplossingen te komen voor de benodigde stageplekken op alle niveaus (Entree t/m niveau 4). Een voorbeeld daarvan is het project ‘Sloepvaren’; een project waarbij studenten van verschillende opleidingen samenwerken aan het opknappen en vaarbaar maken van een metalen sloep. Gelet op alle beperkingen is er tevredenheid over de verzorgde lessen en hebben vrijwel alle studenten toch in meer of mindere mate praktijkervaring kunnen opdoen. Ook de uitvalcijfers (vsv) zijn niet hoger ten opzichte van voorgaande jaren.

Gelet op de huidige coronasituatie wordt verwacht dat het nog geruime tijd zal duren voordat het werkveld dusdanig hersteld is dat er voor alle studenten, en met name op de lagere niveaus, weer voldoende geschikte stageplekken beschikbaar zullen zijn. Reden om blijvend in zetten op alternatieve manieren om studenten op een passende manier praktijkervaring te laten opdoen, onder andere middels de ontwikkeling en inzet van een ‘klussenbus’. Van hieruit gaan Entree-studenten uiteenlopende klusjes/werkzaamheden verrichten voor buurtbewoners die dat vanwege fysieke of financiële redenen zelf niet of niet zo goed kunnen doen. Behalve het bieden van stageplekken maakt de klussenbus het ook mogelijk om als onderwijsorganisatie iets terug te doen voor de gemeenschap (‘modern noaberschap’).

Boumaboulevard

Uitvoeren onderwijs
De uitdaging in 2020 was om onze kerntaak, het uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig mbo-onderwijs, te kunnen realiseren. We hebben het onderwijs zoveel mogelijk online door laten gaan en noodopvang geboden aan kwetsbare studenten, maar door de coronacrisis waren studenten minder op school en was het lastiger stageplekken te vinden. Daarom hebben we ook ingezet op persoonlijk contact met de studenten, het vinden van (alternatieve) stageplekken en op coaching en ondersteuning van docenten om het online onderwijs te verbeteren. 

We zijn tevreden over de inzet en flexibiliteit van studenten en docenten voor het volgen en verzorgen van (online) lessen. Vaak zijn er creatieve oplossingen gevonden om zaken toch doorgang te laten vinden. Een aansprekend voorbeeld hiervan is de film ‘Closed Up’ die is gemaakt door examenkandidaten van de opleiding Specialist Mode en Maatkleding en filmmaker Sije Kingma. Deze studenten laten normaal gesproken hun afstudeerwerk in een live mode-event zien, maar vanwege de coronamaatregelen hebben ze in plaats daarvan een film gemaakt met de inspirerende ruimtes van het Forum in Groningen als decor. Een groot succes, dat bovendien is bekroond met de prijs voor beste opdrachtfilm in de wedstrijd ‘Beste Groninger Film’. In 2021 zal duidelijk worden wat de impact van de coronacrisis is op de studievoortgang en het welbevinden van onze studenten.

In 2021 blijven we onze studenten goed volgen om hen in de coronacrisis de juiste begeleiding te kunnen bieden en hen te helpen opgelopen achterstanden in te halen. Daarnaast is het zorgen voor voldoende stageplekken een punt van aandacht. Omdat we verwachten dat online onderwijs onderdeel wordt van ‘het nieuwe normaal’, zetten we ook in op het duurzaam digitaliseren van onderwijs. 

Loopbaanbegeleiding
In de Strategische koers en de Kaderbrief van het Alfa-college richten de onderwijsontwikkelingen zich de komende jaren op een Leven Lang Ontwikkelen (LLO), flexibilisering en digitalisering van het onderwijs, vitaliteit en duurzaamheid. LLO vraagt om loopbaanbegeleiding, waarbij je jezelf met je talenten en mogelijkheden leert kennen, keuzes leert maken, regie en verantwoordelijkheid leert nemen, nu én voor de rest van je leven en loopbaan. Vanuit dit perspectief werkten we in 2020 aan de Boumaboulevard aan het doorontwikkelen van (studie)loopbaanbegeleiding.

In 2020 ontwikkelde een denktank, bestaande uit enthousiaste collega’s uit verschillende teams (multidisciplinaire groepen), een locatiebrede visie op studieloopbaanbegeleiding. Hierbij zijn interne en externe experts betrokken, zoals de ‘Loopbaan Groep’ van Marinka Kuijpers (Bijzonder hoogleraar Leeromgeving en leerloopbanen). De Visie Studieloopbaanbegeleiding Boumaboulevard is in mei 2020 vastgesteld. Hierin ligt de nadruk op loopbaangericht leren en ontwikkelen. Daarom spreken we in het vervolg liever van loopbaanbegeleiding en zien we dat als een wezenlijk deel van de verantwoordelijkheid van iedere docent. Om de visie in praktijk te brengen is in 2020 ingezet op deskundigheidsbevordering van docenten en het loopbaancentrum (LBC). Zo hebben bijvoorbeeld 14 docenten de training loopbaancoach afgerond, die op hun beurt andere collega’s kunnen begeleiden in het voeren van loopbaangesprekken met studenten (train-de-trainer).

We zijn trots op hoe we met docenten, het LBC, studenten en externe experts de studentbegeleiding vernieuwen tot loopbaanbegeleiding. Door te werken vanuit het ontwikkelgerichte perspectief van de hele loopbaan van een student, maken we een krachtig middel nog krachtiger. Bij loopbaanbegeleiding worden studenten zo begeleid dat ze zelfstandig stappen leren zetten in hun ontwikkeling en (school)loopbaan en eigen keuzes leren maken; studenten leren te onderzoeken en reflecteren op waar ze goed in zijn (talent), waar ze blij van worden en moeite voor willen doen (passie), welke werkplekken daarbij zouden passen en hoe ze een netwerk kunnen opbouwen en onderhouden dat hen kan helpen hun wensen te realiseren. In 2021 wordt loopbaanbegeleiding verder geïmplementeerd op de locatie. Het krijgt een plek in de curricula voor de eerstejaars studenten van alle opleidingsteams (schooljaar 2021-2022), de deskundigheidsbevordering wordt voortgezet en onderwerpen als kennismaking, toelating en studieadvies worden meer ‘loopbaanproof’ gemaakt. Dit gebeurt in een verandertraject waarin docenten, het LBC, studenten en externe experts een belangrijke rol (blijven) spelen, bijvoorbeeld met studentarena’s en docentarena’s. Tot slot bereiden we in 2021 een practoraat Loopbaanbegeleiding voor, om de ingezette ontwikkelingen te verbreden binnen het Alfa-college.

Kardinge

Pedagogiek en didactiek
Kardinge kent een groeiende populatie studenten bij Entree en niveau 2. Zij vormen nu ongeveer 20% tot 25% van de totale studentenpopulatie op onze locaties. Aangezien deze groep studenten vaker kampt met problematiek, wat effect heeft op aanwezigheid en gedrag, besteden we extra aandacht aan hen. Zo investeren we bijvoorbeeld nog meer in de interpersoonlijke relatie. De docenten bouwen eerst een vertrouwensband op. Daarna komt er ruimte voor het overdragen van kennis, (sociale) vaardigheden en beroepshouding. In leerjaar 1 hebben we Pedagogisch Aanvoerders aangesteld. Zij zijn pedagogisch-didactisch opgeleid om met deze doelgroepen goed om te kunnen gaan. Uitval is onder de landelijke norm; we merken echter dat de vsv-percentages iets stijgen. Dit blijven we nauwlettend in de gaten houden.

We hebben gemerkt dat de hogere instroom op niveau 1 en 2 een uitdaging betekent voor het kweken en behouden van een gezond en veilig leerklimaat voor de hele locatie. De eerste trainingen hoe om te gaan met moeilijk of onbegrepen gedrag hebben inmiddels plaatsgevonden. We hebben in het locatieplan voor 2021 en 2022 Kwetsbare jongeren als één van de speerpunten opgenomen om structureel aandacht aan te blijven geven.

In 2020 hebben we door de coronamaatregelen andere manieren van onderwijs gegeven en hebben we zo goed mogelijk geïnvesteerd in het onderhouden van contact met de studenten.  Het coronavirus en de lockdown heeft het vinden van voldoende stageplaatsen bemoeilijkt. We beschikken over een groot netwerk, met veel trouwe partners in het werkveld. De samenwerking en het improvisatievermogen van docenten en werkveld in moeilijke tijden maken ons trots. Veel studenten hebben met succes hun (soms eerste) diploma gehaald en kunnen een volgende stap naar een vervolgopleiding maken of op zoek gaan naar werk. Het langdurig online onderwijs geven heeft echter wel een behoorlijke wissel getrokken op de medewerkers.

Kluiverboom

Keuzedelen
In 2020 zijn veel stappen gezet op het gebied van keuzedelen. In 2020 is beleid ontwikkeld om op de locatie Kluiverboom eenduidig en locatiebreed keuzedelen aan te bieden in het volgend schooljaar. Voor de studenten betekent dit veel meer keuzevrijheid en maatwerk dan alleen de keuzedelen gekoppeld aan hun opleiding. Verder worden locatiebreed vanaf komend schooljaar twee vaste dagdelen voor keuzedelen ingeroosterd per week. De keuzedelencoördinator heeft een keuzedelencatalogus samengesteld met drie categorieën:

  • Algemene keuzedelen locatiebreed
  • Keuzedelen aangeboden door Sport en Bewegen Kardinge
  • Beroepsspecifieke keuzedelen.

Voor een goed verloop van inschrijving tot en met examinering zijn werkwijze, organisatie en ‘spelregels’ bepaald. Verder zijn de risico’s in kaart gebracht, zoals de tijd tussen vaststelling van de keuzegids en het inrichten van de toetsbomen alvorens een student zich kan inschrijven.

De verdere uitbreiding van keuzedelen en de mogelijkheid om ze ook extern te vermarkten worden in het schooljaar 2021-2022 ontwikkeld. Dit vormt onderdeel van het speerpunt Leven Lang Ontwikkelen in het nieuwe locatieplan van de Kluiverboom.

Hardenberg

Flexibilisering
In Hardenberg willen we ons onderwijs flexibel inrichten. In 2020 hadden we ons het volgende voorgenomen:

  • Inrichten van een brede niveau 2 opleiding
  • Inrichten van een werkgroep Mc Alfa die uitwerking moet gaan geven aan het onderwijsconcept voor flexibel MBO
  • Inrichten van een Regionaal breed aanbod van keuzedelen voor alle opleidingen

Het zijn drie grote projecten waarmee we flexibilisering willen vormgeven. We merken dat we, na een voortvarende start, tegen een aantal zaken aanlopen waar we als management veel over moeten communiceren: delen we dezelfde beelden, spreken we dezelfde taal, hanteren we dezelfde uitgangspunten. Elkaar meenemen en met en van elkaar leren is nu cruciaal. We gaan niet allemaal in hetzelfde tempo naar de stip op de horizon, maar we wandelen wel met elkaar op dezelfde weg.

Twee projecten willen we hier voor het voetlicht brengen:

Inrichten opleidingen Breed niveau 2
We kampen al meerdere jaren met kleine studentaantallen in verschillende opleidingen op niveau 2 (met name in de BOL). Daarbij spelen de volgende zaken een rol:

  • De kwetsbaarheid van de opleiding en de opleidingsteams.
  • De gevraagde expertise van de docent is niet bij elke collega voldoende aanwezig.
  • Inhoudelijk is er een behoorlijke mate van overlap in de verschillende kwalificatiedossiers.
  • De arbeidsmarkt vraagt of om een breder opgeleide student of om een vakspecialist (kok, chauffeur etc.).
  • De student moet beschikken over 21st century skills en goede werknemersvaardigheden.

Bovenstaande was aanleiding om in onze regio van start te gaan met een brede opleiding op niveau 2. Het betreft de opleidingen Dienstverlening, Administratie, Handel en T&L. Techniek en Horeca laten we buiten beschouwing, gezien de ambachtelijke vaardigheden die deze opleidingen vragen.

In het schooljaar 2019-2020 is  gestart met een kartrekker die samen met twee docenten en een onderwijskundig (externe) ondersteuner een onderzoek heeft uitgevoerd naar de specifieke vraag van de regionale arbeidsmarkt betreffende de vaardigheden en expertise van een medewerker op niveau 2 en is er een gemeenschappelijke visie geschreven. Vervolgens is er een onderwijsconcept gekozen, is de overlap tussen de vijf crebo’s in kaart gebracht en zijn er gemeenschappelijke thema’s benoemd waar leeruitkomsten en rubrics voor ontwikkeld worden. We willen nog geen volledige integratie van de opleidingen, maar een start maken met avo-vakken, keuzedelen, coaching en andere inhoudelijke vakken waarbij dit op korte termijn haalbaar is.

Mc Alfa
In 2020 hebben we de eerste stappen gezet om invulling te geven aan de uitkomsten van de studiedag over flexibiliseren. Op basis van de flexscan van Cinop hebben we als locatie deze keuze gemaakt. Vervolgens hebben we als managementteam hiervoor de visie en ontwerpkaders vastgesteld: De inrichting van het onderwijs biedt studenten de mogelijkheid om zelf regie te nemen over hun leerproces. Er zijn eindkwalificaties die aangeven welke resultaten behaald moeten worden, maar de student bepaalt zelf de weg, het tempo en de volgorde om daar te komen.

Uitgangspunten hierbij zijn:

  • Waar sta je als student?
  • Waar werk je naar toe?
  • Wat is voor jou een passende manier om daar te komen?
  • Wat heb je daarvoor nodig?

Verder zijn er ontwerpkaders geformuleerd rondom de volgende thema’s: periodisering en instroom, het bouwen aan een catalogus met leereenheden, programmering en begeleiding en examinering.

In 2020 is er een werkgroep Mc Alfa ingesteld waarbij vertegenwoordigers van alle opleidingen als kartrekker invulling geven aan de stappen die gezet moeten worden om flexibel onderwijs te realiseren in hun teams. Verder zijn er twee teams die al verder zijn en een pilot gaan doen in het schooljaar 2020-2021. Dit zijn ICT en MZ/VZ. De overige kartrekkers gaan aan de slag met hun teams, waarbij de eerste stap is om de ontwerpkaders te verduidelijken, grote beroepseenheden vast te stellen en leeruitkomsten en rubrics te formuleren. Om hen hierbij te helpen is externe ondersteuning gezocht bij NHL/Stenden met name op het schrijven van leeruitkomsten en rubrics. Ook is er een filmpje gemaakt waarin uitleg gegeven wordt over leeruitkomsten en rubrics. Dit kunnen de kartrekkers in hun teams gebruiken.

Doel is om volgend schooljaar met tenminste vijf pilotteams te starten. Ook hebben we gemerkt dat we expertise tekort komen op dit terrein. We zoeken naar meer ondersteuning die op afroep beschikbaar is om teams te ondersteunen en te helpen in dit proces.

Hoogeveen

Waardenmuur
Bij de opleiding Business School heeft de vakgroep Burgerschap gekozen voor het project van de ‘Waardenmuur’ voor al hun eerstejaars studenten. Het doel van deze opdracht is tweeledig. Enerzijds om studenten te laten verdiepen in wat normen en waarden zijn en welke voor hen belangrijk zijn. Anderzijds welke normen en waarden andere mensen belangrijk vinden en hoe je met die verschillen om leert gaan. In dit geval betreft de doelgroep de 70+ers. Juist omdat deze groep vaak ‘wat verder afstaat’ van onze studenten leek het de vakgroep extra uitdagend voor de studenten om zich in hen te verplaatsen.
Omdat de opdracht uitgevoerd is in de coronaperiode, gaf dit de gesprekken een extra dimensie. Vragen als ‘hoe kijken ouderen aan tegen hun leven, de toekomst en de wereld’ gaven in een periode van lockdown, eenzaamheid en angst toch een andere kijk in hun wereld dan in het pre-corona- tijdperk. Hoe zij die periode beleefden hing natuurlijk ook samen met hun normen en waarden.
Vervolgens hebben de studenten ook de vragen van de normen en waarden aan een leeftijdsgenoot gesteld. Daarna is er een vergelijking gemaakt tussen deze ‘jongere’ en de  ‘oudere’. Er waren niet alleen verschillen te ontdekken, maar tot hun eigen verrassing ontdekten zij ook overeenkomsten van waarden tussen deze verschillende groepen. Voor de studenten was het heel leerzaam om zo met de oudere generatie in gesprek te gaan. En daar waar het gesprek niet fysiek kon plaatsvinden, hebben ze ook gezorgd (en soms geholpen) voor de digitale middelen om het gesprek toch te kunnen voeren.

Het is voor deze studenten een eerste stap naar zelfkennis van normen en waarden en hoe ze straks in de maatschappij met normen en waarden van anderen kunnen omgaan. Studenten zijn positief over deze (reflecterende) opdracht en ook ouderen hebben genoten van de aandacht en de fijne gesprekken. Ook volgend jaar wordt dit project opgenomen in het curriculum en hopen we deze ervaring aan de nieuwe eerstejaars studenten mee te kunnen geven.

2.2.2 Koersuitspraak 2

'Samen werken wij aan een sterke regio'

Admiraal de Ruyterlaan

Samenwerking
Binnen Techniek wordt sterk ingezet op samenwerking in de regio. Daarbij wordt het bedrijfsleven beschouwd als ‘klant’, omdat het belangrijk is studenten als goede (toekomstige) vakmensen af te leveren die in het werkveld direct aan de slag kunnen. Niet alleen gebeuren er prachtige dingen rondom het FieldLabPractice, het plan voor de Energietransitie in het mbo (ontwikkeling proef- en oefencentrum i.s.m. Shell), Sterk Techniekonderwijs (STO), het Nationaal programma Groningen (NPG) en Gas 2.0; ook de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen (o.a. Datacenter Engineer) en BIM (Bouw Informatie Model) zijn daarvan een mooi voorbeeld. Verder heeft het bedrijfsleven invloed op het curriculum, o.a. middels de methodiek van het ‘omgekeerd ontwerpen’ die bij de ontwikkeling van verschillende opleidingen (o.a. Technicus Engineering Installatie- en Elektrotechniek, Timmerman 2.0 en Technische Informatica) is toegepast. Ook de inzet van de relatiemanagers richting bedrijven en werkveld is heel waardevol gebleken, evenals het aanbieden van scholing aan studenten en zittende werknemers op het gebied van warmtepompen en koolmonoxide-wetgeving die niet in het kwalificatiedossier is opgenomen (branche-erkende certificaten F-gassen en CO-bepaling).

De teams zijn er trots op steeds meer onderdeel te worden van netwerken in de omgeving en vanuit verbinding met het werkveld van toegevoegde waarde te zijn voor de arbeidsmarkt. Het is voor de toekomst van groot belang de 3e leerweg (Leven Lang Ontwikkelen) verder te ontwikkelen en goed te positioneren. Daarbij hebben we de ambitie om via ‘action research’ op eenzelfde manier te leren zoals we dat ook bij het project Toekomstbestendig Technisch Vakmanschap (TTV) hebben gedaan.

Boumaboulevard

Business School
Eén van de speerpunten van de Boumaboulevard is het versterken van de relatie met het werkveld,  uitmondend in (meer) praktijkgericht opleiden, een goede aansluiting van het onderwijs op de ontwikkelingen in de praktijk en flexibilisering. In 2020 is hieraan gewerkt met een onderwijsvernieuwingstraject voor de ontwikkeling van een Business School en een pilot voor het vormgeven van een extra instroommoment per 1 februari.

In 2020 is, mede in het licht van het nieuwe kwalificatiedossier Zakelijke dienstverlening, een plan van aanpak gemaakt voor de ontwikkeling van een Business School als antwoord op de vraag van het werkveld naar breed opgeleide en wendbare werknemers. We werken aan een Business School waarin studenten zich 21st century skills eigen maken, de focus leggen op het ontwikkelen van gewenste digitale vaardigheden en waarin er aandacht is voor ondernemend gedrag. De pilot februari-instroom heeft erin geresulteerd dat studenten sinds februari 2020 minimaal op twee momenten in het schooljaar kunnen instromen (Entree, ICT en economie).

Februari-instroom
Door de ontwikkeling van de Business School en de realisatie van de februari-instroom kan de locatie Boumaboulevard steeds meer maatwerk leveren aan student en werkveld. Daar zijn we trots op. De ambitie is om per augustus 2021 gefaseerd te starten met de Business School. Tot die tijd loopt de ontwikkelfase. Om de vraag van studenten en van de markt goed samen brengen in het onderwijsconcept voor de Business School, is het nodig dat we steeds meer ‘van buiten naar binnen’ leren werken. Daarom geven we het curriculum samen met studenten en partners uit het werkveld vorm en streven we naar een duale manier van opleiden; werken, leren en oefenen op de werkvloer, in bedrijven waar verschillende facetten van de sector zichtbaar zijn. Een ander belangrijk aspect binnen de ontwikkeling van de Business School is het onderzoek naar mogelijkheden voor studenten om succesvol door te stromen naar het hoger beroepsonderwijs.

Hiermee sluit de Business School aan op het vernieuwde kwalificatiedossier, realiseren we mogelijkheden voor een betere doorstroom en uiteindelijk grotere kansen op de markt voor de studenten.

Kardinge

Vitaliteitscampus
Er is veel tijd en energie gestoken in de RIF-aanvraag voor de Vitaliteitscampus. Het aanboren van nieuwe netwerken en het verstevigen van oude contacten in de sectoren Zorg & Welzijn en Sport & Bewegen hebben geleid tot groot commitment om samen te werken aan vitaliteitsontwikkeling in het onderwijs en in de samenleving in het Noorden.
In samenwerking en in cross-overs met ook de opleidingen Uniformberoepen, Human Technology, ICT, Mediavormgeving, Gaming en Facilitair leidinggevende komen naar verwachting innovaties en ontwikkelingen op gang. Een aantal werkgroepen is in 2020 al aan de slag gegaan. Het verbreden en verdiepen van kennis op het gebied van vitaliteit geeft extra waarde aan het diploma. Het werkveld vraagt om breder opgeleide professionals.

De eerste aanvraag in juni 2020 moest worden bijgesteld op enkele punten. De tweede aanvraag is in januari 2021 ingediend. De aanvraag is rijker en breder geworden. Er hebben zich diverse partners aangesloten waardoor het werkveld er sterker bij betrokken is. In 2020 is al vooruitgelopen op de Vitaliteitscampus door vacaturestelling voor een practor Vitaliteit. Vitaliteit is een breder begrip aan het worden. Ook voor medewerkers zijn vitaliteit en positieve gezondheid belangrijk. Er is extra aandacht hiervoor in het coronajaar, om medewerkers op de been te houden.

Er is veel interesse om Sport & Bewegen en Zorg & Welzijn aan elkaar te verbinden en daar andere opleidingen bij te betrekken. Er zijn veel ideeën om aan vitaliteit bij te dragen. Hierin worden de eerste prioriteiten aangebracht om de focus op Vitaliteit te behouden. Ondanks het coronavirus hebben partners hun commitment voor dit programma afgegeven. Daardoor kon de co-financiering voor de RIF worden gerealiseerd.

We hebben veel geleerd van het benaderen van partners en het vergroten van netwerken. We hebben de eerste stappen gezet in samenwerken buiten de grenzen van de opleiding en het domein. We positioneren ons met onze opleidingen ook nadrukkelijker in het maatschappelijke en regionale domein. Dit heeft veel energie en creativiteit gegeven; dit willen we nu en in de toekomst behouden en benutten. We kunnen nog een stap zetten in het verder informeren en promoten van de mogelijkheden van de Vitaliteitscampus, onder andere bij de onderwijsteams.

Toezicht en veiligheid
Voor de Handhavers Toezicht en Veiligheid (HTV) zijn oriënterende stages opgezet bij en in samenwerking met de gemeente Groningen. Onder de eerstejaars studenten ontstond een behoefte aan de toepassing van het vak in de praktijk. Dit is uitgemond in een oriënterende stage voor de eerstejaars studenten HTV om hen kennis te laten maken met de praktische kant van het vak. Het gaat hier onder andere om het toepassen van wetskennis, zoals portofoontraining (zij kennen o.a. het NATO-alfabet en kunnen dit gebruiken); uniformgewenning (studenten leren omgaan met het lopen in uniform); toezicht houden (het aanspreken van burgers, surveilleren en observeren) en omgaan met weerstand en (non-)verbale agressie.
De projectgroep is tevreden over de resultaten. Echter gooit het coronavirus roet in het eten. Het opzetten, vormgeven, continueren en evalueren van oriënterende stages, het ontwerpen en het pitchen van een nieuwe opleiding stond gepland. Wellicht ietwat ambitieus, wilden we in 2020  deze nieuwe opleiding vormgeven, zodat hier aankomend schooljaar mee gestart zou kunnen worden. Alles heeft echter stil gelegen en dat is frustrerend. We willen dit post-corona weer volledig oppakken.

Kluiverboom

Kinderopvang
In augustus 2020 is de opleiding KOB (Kinderopvang, Onderwijs, Bewegen) van start gegaan, een samenwerking van de locaties Kluiverboom en Kardinge met het werkveld. Studenten leren hoe om te gaan met kinderen tot dertien jaar. Maar ook leren ze over hun ontwikkeling en hoe ze deze kunnen stimuleren. Daar horen beweeg- en onderwijsactiviteiten bij. Met deze nieuwe opleiding wordt ingespeeld op ontwikkelingen in het werkveld. Dat signaleerde namelijk dat kinderopvang, onderwijs en bewegen op steeds meer plekken in Nederland samenkomen in een Integraal Kind Centrum (IKC). Dit leidt tot een groeiende vraag naar breed inzetbare medewerkers.

Er hebben zich veel studenten ingeschreven voor het eerste jaar van deze BOL-opleiding. Vanwege een beperkt aantal stageplaatsen was er een wachtlijst ingesteld. De Kinderopvang heeft deze opleiding toegevoegd aan haar CAO. De opleiding wordt gedurende het schooljaar 2021-2022 verder ontwikkeld, in samenwerking met het werkveld.

Hardenberg

Hybride onderwijs
In Hardenberg willen we onderwijs aanbieden dat realistisch en actueel is en aansluit bij de vraag van de arbeidsmarkt. We richten ons onderwijs zoveel mogelijk in samen met de bedrijven en instellingen. Hieronder volgt een aantal voorbeelden waarbij onderwijs en werkveld nadrukkelijk samenwerken. Vormen van hybride onderwijs die hieronder genoemd worden zijn leerafdelingen bij bedrijven en instellingen, bedrijfsscholen op de locatie van het betreffende bedrijf, leer- werkplekken waar praktijk en theorie op locatie worden gegeven of vormen van onderwijs(ontwikkeling) waarbij we van ‘binnen’ naar ‘buiten’ gaan of waarbij het werkveld in de school komt. Een aantal voorbeelden van deze samenwerkingsconstructies zijn:

Entree opleidingen: samenwerking met Larcom (Logistiek) en het Regionaal Techniek Centrum (Bouw en onderhoud).

Team Dienstverlening niveau 2: Helpende zorg en welzijn en Facilitair medewerker samen met de  Saxenburghgroep, Treant en Liefferdinck.

Team MZ/VZ: opleiding MZ en VZ IG en combi-opleiding ook samen met de Saxenburg groep, Treant en Liefferdinck.

Team Hospitality: opleiding Manager ondernemer horeca en Kok samen met de Heemserhoek

Team Verpleegkunde: opleiding Verpleegkunde in de leerafdelingen bij de Saxenbrughgroep en de Baalderborg Groep.

Team MZ: opleiding MZ4 ook bij het COA in Zweelo.

Team ICT: opleiding Applicatieontwikkelaar en Beheer samen met Webstores, Voscomtronic, Kendis, Sollie, Bruinsma, Direct ICT, WEMA en Move4mobile.

Leven Lang Ontwikkelen
Het Alfa-college werkt samen met de partners van de RegioOpleiders aan een project Flexibel mbo in de derde leerweg. Het Deltioncollege is penvoerder van het project voor niveau 1 en 2 en het Alfa-college is penvoerder voor de niveaus 3 en 4. Het wordt echter als één samenhangend project uitgevoerd. De centrale gedachte is om voor deelnemers uit het bedrijfsleven op een flexibele manier onderwijs te realiseren. Deelnemers van allerlei achtergronden, bedrijven en organisaties kunnen met elkaar deelnemen aan leerwerktrajecten. Voor deelnemers moet het mogelijk worden om maandelijks in te kunnen stappen en op elk gewenst moment en gewenste plaats toegang te hebben tot onderwijsmaterialen en werkdocumenten. De deelnemers krijgen een maatwerkcurriculum dat is toegesneden op de kenmerkende beroepssituaties van de deelnemer. Uitgangspunt is dus niet het aanbod, maar de vraag en de behoefte van het werkveld. Het project kent drie grote speerpunten: trainen van docenten en praktijkopleiders om maatwerktrajecten te ontwikkelen; het inrichten van een digitale infrastructuur waaronder een kennisbank, ELO en portfolio en niet onbelangrijk het vullen van de kennisbank met onderwijsmateriaal. In 2020 is gestart met het ontwikkelen van een leergang voor docenten en praktijkopleiders die in 2021 gegeven gaat worden. In de leergang staan vier onderwerpen centraal:

  1. het ophalen/signaleren van de vraag bij de bedrijven en instellingen;
  2. het analyseren van de behoefte en het ontwerpen van onderwijs;
  3. begeleiden van deelnemers;
  4. het valideren van de trajecten.

In 2021 moet de digitale infrastructuur klaar zijn en de kennisbank gevuld zijn zodat we in staat zijn om maatwerktrajecten in te richten op vragen vanuit bedrijven en instellingen uit de regio.

Hoogeveen

Verwonderteams
In september is er een start gemaakt met de ‘Verwonderteams’. In de Verwonderteams werken zorgorganisaties uit de regio samen met onze studenten Zorg, Techniek en ICT. De studenten uit deze opleidingen gaan samen meelopen in een instelling en noteren alles wat hen opvalt aan de gebruikelijke manier van werken door de zorgprofessionals. De bedoeling is dat de verwondering die dat oplevert gebruikt gaat worden om de zorgprofessional reflectief naar zijn of haar werk te laten kijken. Vervolgens kan dit uitmonden in het anders inrichten van processen en wellicht nadenken over nieuwe toepassingen van techniek in de zorg. Een voorbeeld hiervan is dat bij een zorgorganisatie voor ouderen is bedacht dat licht en kleur van grote invloed is op de gemoedstoestand van kwetsbare ouderen. Door de kleur aan te passen aan het moment van de dag en de soort activiteit kan dat veel bijdragen aan de rust van de bewoners. De Verwonderteams is een mooi voorbeeld van een multidisciplinair project. Samenwerken staat hierin centraal en het spreken van ‘dezelfde taal’ is heel belangrijk en voor studenten met een achtergrond in de Zorg of Techniek niet heel vanzelfsprekend. Gebleken is ook dat het hulpmiddel van de ‘Design Thinking-methode’ onvoldoende bleek om doelen te monitoren en te behalen en dat de binnen ICT gebruikte scrum-methode hierin zeker ondersteunend kan zijn. Het project van de Verwonderteams is goed bevallen, zowel aan de zijde van de studenten als van de zorgorganisaties. In de afgelopen periode hebben we hiervoor acht studenten ingezet, maar de bedoeling is om hiervoor steeds meer studenten in te zetten.

Aantrekkelijke stageroutes
Een mooie samenwerking tussen het mbo (het Drenthe College en het Alfa-college), het hbo (Windesheim en de Hanzehogeschool) en Treant heeft geresulteerd in het project ‘Aantrekkelijke stageroutes’ bij de opleidingen Zorg en Verpleegkunde. Dit project hanteert als uitgangspunt: de student bepaalt hoe zijn of haar stageroute eruitziet en hoe die daarmee dus zoveel mogelijk aansluit bij de persoonlijke leerdoelen en ontwikkelwensen van de student. Door dichter bij de student te blijven ontstaat meer ruimte en intrinsieke motivatie voor leren en ontwikkelen. Alle afstemming die nodig is om hiermee te kunnen starten is nu afgerond. De eerste studenten gaan binnenkort via deze nieuwe manier aan hun stage beginnen. Docenten en Treant-medewerkers werken ondertussen aan de verdere realisatie van de aantrekkelijke stageroutes. De ambitie is om dit ook mogelijk te maken voor Zorg- en Verpleegkundestudenten, waarbij de route zo flexibel mogelijk moet zijn en aansluit bij de leervraag van de student.

Samenwerking en afstemming
Normaal gesproken vindt er veel afstemming plaats tussen de zorgopleidingen en de zorgorganisaties in de regio. Dit jaar was deze afstemming nog frequenter vanwege het coronavirus. De zorgstudenten waren hard nodig bij de zorgorganisaties, het onderwijs en de stage werden goed op elkaar afgestemd. De zorgorganisaties konden niet altijd de begeleiding geven aan studenten die dat nodig hadden. Om onze studenten toch in te kunnen zetten bij deze instellingen, is soms de begeleiding verschoven van de organisatie naar de eigen docenten. Zo konden onze studenten de stages continueren, maar kregen ook de ouderen de zorg die ze nodig hadden in deze lastige periode. Onze goede contacten (en daarmee ook de korte lijnen) met de regionale organisaties hebben hierin een belangrijke rol gespeeld!

2.2.3 Koersuitspraak 3

'Samen creëren wij meer waarde voor een betere wereld'

Admiraal de Ruyterlaan

Duurzaamheid en energietransitie
Op het gebied van duurzaamheid en energietransitie willen we een verdergaande bewustwording en kennis creëren bij studenten en docenten. Duurzaamheid en hergebruik van materialen is volop ingebed in de verschillende opleidingen, mede doordat de technologische ontwikkelingen en de manier van werken op het gebied van duurzaamheid in het werkveld gevolgd worden. Tevens is de nieuwe opleiding Commercieel Energie Technicus (CET) van start gegaan: een modulaire opleiding, ontwikkeld in samenwerking met bedrijven zoals Shell, Gasunie, Engie en het project Gas 2.0, die volledig in het teken staat van de energietransitie en nieuwe technieken op het gebied van duurzame energie. Tenslotte hebben studenten Technicus Engineering I&E en CET zeer succesvol deelgenomen aan de online hackathon ‘Futureproof Drinkwater’ waarbij creatieve oplossingen bedacht moesten worden om de productie van drinkwater te verduurzamen.

Er zijn én worden nog steeds mooie stappen gezet. Thema’s als duurzaamheid en energietransitie (incl. nieuwe technieken op het gebied van duurzame energie) zijn niet meer weg te denken uit het techniekonderwijs en inmiddels hebben we geleerd dit soort projecten juist altijd in samenwerking met het werkveld te organiseren en uit te voeren, omdat ze dan voor studenten levensechte praktijksituaties opleveren. Ook de komende tijd zal hierop volop worden ingezet, o.a. via de RIF FieldLabPractice, het project ‘Tiny houses’ (bouwen van kleine zelfvoorzienende woningen met duurzame materialen en innovatieve technieken) en het project ‘Waterstofboot’ (met een zelfgebouwde waterstofboot deelnemen aan het NK Zonnebootrace 2023 in de nieuwe categorie ‘waterstof’).

Kardinge

Updaten gebouw
In 2020 is er een plan opgesteld voor het verbouwen en updaten van het gebouw aan de Kardingeweg. De uitstraling en mogelijkheden moeten meer aansluiten bij sport, bewegen en vitaliteit. Het krachthonk is dit jaar verplaatst. Er is nu een geheel nieuw fitnesscentrum gerealiseerd in het gebouw. Hiervan maken studenten gebruik in het kader van hun opleiding; maar ook medewerkers kunnen hier onder begeleiding werken aan hun vitaliteit. Bij verbouwingen worden hergebruik (circulariteit) en milieubesparingen waar mogelijk meegenomen. In 2021 staat ook een geheel nieuwe inrichting van de entree op het programma, als ook van het buitenterrein. Dit wordt in samenwerking met onder andere de gemeente Groningen gerealiseerd. We merken dat het perspectief op de buitenruimte aan het veranderen is; meer in gemeenschappelijkheid kijken hoe bewegen en vitaliteit gestimuleerd kunnen worden. Niet alleen voor eigen gebruikers, maar ook voor de bewoners in de omliggende wijken bijvoorbeeld. 

Kluiverboom

Buitensportterrein
In september 2020 is het buitensportterrein bij de Kluiverboom geopend. Studenten hebben hier Fit for Life-activiteiten of kunnen hier in de pauze gebruik van maken. Voor de wijkbewoners is dit veld ook een aanwinst. Door corona is er helaas wat minder gebruik van gemaakt dan voorzien.

Er is op de Kluiverboom een aanjager Global Goals aangesteld. Deze brengt de global goals onder de aandacht van onderwijsteams en studenten. Een van de grotere activiteiten was deelname aan de Climate Adaption Week. We merken dat duurzaamheid steeds vaker een onderwerp van gesprek is en wordt meegenomen in het lesprogramma.

Hardenberg

Duurzaamheid: breed en integraal
In Hardenberg willen we duurzaamheid breed onder de aandacht brengen en vooral niet als een losstaand onderwerp, maar koppelen aan de sustainable development goals en burgerschap. We willen het inrichten volgens de methodiek van flexiblisering zoals we dat binnen Mc Alfa vormgeven: werken met leeruitkomsten, rubrics, leerwegonafhankelijke toetsing e.d. We kijken hiervoor ook naar goede voorbeelden die bij het ROC van Twente ‘Burgerschap als uitdaging’ en het Frieslandcollege ‘Duurzaam denken Duurzaam doen’ zijn ontwikkeld.
In 2020 hebben we hiervoor concreet de volgende activiteiten ontplooid: we hebben een werkgroep burgerschap ingericht waar duurzaamheid nadrukkelijk een plek moet krijgen. Hiervoor zijn we gestart met vier enthousiaste collega’s, die allereerst bezig zijn met het schrijven van de leeruitkomsten en de rubrics. Inhoudelijk willen we ook een slag maken en geen versnippering van losse items en opdrachten aan gaan bieden, maar zoveel mogelijk aspecten verbinden in betekenisvolle opdrachten en waar mogelijk integreren in de beroepscontext.

De week van de circulaire economie
In februari 2020 is voor de week van de circulaire economie het boekje Hi Beer Tad geschreven wat gaat over een duurzame manier van leven. Het is geschreven voor kinderen uit de onderbouw. Dit boekje is in deze week voorgelezen door 22 ondernemers aan 500 basisschoolkinderen in de gemeente Hardenberg. Alle basisschoolkinderen uit Hardenberg hebben uiteindelijk ook dit boekje ontvangen om mee naar  huis te nemen. Dit boekje is gesponsord door o.a. de Gemeente Hardenberg. Bij de opleiding Onderwijsassistent is de opdracht neergelegd om voor de week van de circulaire economie in 2021 een nieuw plan te maken waarmee het gedachtengoed van circulaire economie verspreid wordt onder alle basisschoolkinderen van Hardenberg.

Climate adaption week
Een eerste aftrap is gedaan met de Climate adaption week in november. Dit was een hele uitdaging in coronatijd. Er is een lied gemaakt en opgenomen door studenten: samen voor een betere wereld. Verder hebben alle studenten van leerjaar 1 en 2 een impacttest gedaan om inzicht te krijgen in effecten van hun gedrag op het klimaat. Op basis van de uitkomst konden ze een challenge kiezen waarin ze zich persoonlijk wilden en konden verbeteren.

Overige maatschappelijke duurzame projecten:  

Special Olympics
Studenten FL/MOH en MZ hebben de handen uit de mouwen gestoken tijdens de Special Olympics in Hardenberg, de Olympische Spelen voor mensen met een beperking. O.a. werden activiteiten georganiseerd en lunches klaargemaakt en geserveerd.

Gezonde Budgetrecepten voor de Voedselbank
Studenten MOH hebben maandelijks gezonde budgetrecepten bedacht voor mensen die gebruik moeten maken van de Voedselbank. De recepten worden o.a. meegenomen in de nieuwsbrief van Vitaal Vechtdal.

Goede Doelen Activiteiten Kerstweek
Alle studenten hebben met hun klas activiteiten gedaan voor een goed doel. Houdbaar voedsel verzameld voor de voedselbank , speelgoed ingezameld voor kinderen van het AZC, of kerstkaarten geschreven voor mensen in een zorginstelling.

Week van de Toegankelijkheid
Studenten van de opleiding MZ hebben activiteiten georganiseerd om aandacht te geven aan wat het is om te moeten leven met een beperking. Studenten Horeca hebben het ‘Blind Belevingsdiner’ georganiseerd en studenten Detailhandel hebben een onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van de winkels in Hardenberg.

Internationale Vrouwendag
Studenten MZ en PW hebben verschillende activiteiten georganiseerd in het kader van de Internationale Vrouwenweek. Bedoeld om aandacht te vestigen op de rechten van vrouwen.

Taalfestival
Het Taalfestival wordt georganiseerd door de gemeente en de bibliotheek om aandacht te vragen voor taalontwikkeling, taalachterstand en laaggeletterdheid. Studenten Pedagogisch werk organiseerden activiteiten en hielpen mee in de organisatie.

Hoogeveen

Duurzaamheidscentrum
Het kennis- en doe-centrum ‘circulariteit, energie en duurzaamheid’ (in de volksmond duurzaamheidscentrum genoemd) heeft zich verder ontwikkeld. In het afgelopen jaar is flink gewerkt aan de realisatie van het centrum. Nog niet direct fysiek, maar zeker in het realiseren van draagvlak voor het centrum. Voor de aanvraag van een subsidie uit de Regio Deal is een businesscase geschreven die door de board van de Regio Deal is goedgekeurd. Om deze businesscase uit te voeren, en ook aannemelijk te maken dat het op langere termijn voorziet in een behoefte, moeten van tevoren partners gezocht en gevonden worden die gebruik willen maken van de functies van het centrum. En die zoektocht is goed verlopen. Er zijn al een flink aantal intentieverklaringen en zogenaamde Letters of Support getekend. Daarnaast wordt de vmbo’s in de regio gevraagd hoe ze gebruik willen maken van de onderwijsmogelijkheden van het centrum.
In de afgelopen periode is er een kick-off geweest met bedrijven en organisaties om te bepalen wat de functionaliteit van het centrum moest worden. In de loop van de tijd is het uitgegroeid tot centrum voor de Gebouwde Omgeving. Dat is breed. Het gaat om hergebruik van materialen (circulariteit), omgaan met energie en duurzaamheid.

In het duurzaamheidscentrum worden opleidingen ontwikkeld. Niet alleen voor de mbo-studenten en LLO-trajecten, maar ook voor studenten in het hbo, vmbo en zelfs ook voor basisscholen. Zo hebben vmbo-leerlingen voor het keuzevak ‘Interieurontwerp en design’ een opdracht gekregen om een calculatie te maken van een inrichting met circulaire materialen en hebben vmbo-tl leerlingen in het duurzaamheidscentrum samen met studenten Bouwkunde gewerkt aan profielwerkstukken met als thema ‘Circulair en Duurzaam’.

SustainaBul
De SustainaBul is een jaarlijkse ranglijst van duurzaamheid in het middelbaar beroepsonderwijs. Hierbij moeten de onderwijsinstellingen een vragenlijst invullen die gaat over de mate van duurzaamheid in het onderwijs, de praktijk, de bedrijfsvoering en de integrale benadering daarvan. De vragen zijn ingedeeld in een aantal categorieën: Welke visie en welk beleid zijn geformuleerd op duurzaam onderwijs, hoe krijgt duurzaamheid een plaats in het onderwijsprogramma, welke rol spelen de SDG’s hierbij (Sustainable Development Goals), welke opdrachten op het gebied van duurzaamheid worden uit de markt gehaald en binnen het onderwijs uitgevoerd, hoe wordt in de bpv aan duurzaamheid vorm gegeven en welke samenwerkingen en netwerken zijn er waarin duurzaamheid een rol speelt. Tenslotte is het de vraag hoe er intern over wordt gecommuniceerd. Dit geldt in eerste instantie voor onderwijs. Daarnaast zijn er nog gebieden bij bedrijfsvoering die beoordeeld moeten worden. Als best-practice is de samenwerking tussen Claudy Jongstra en studenten in haar biodynamische boerderij op het Suikerunieterrein in Groningen ingebracht. Deze best-practice is op de tweede plaats geëindigd, met drie(!) stemmen verschil met Terra’s studentenvoedselraad.

In de overall-ranking veroverden we  meteen de 5e plaats! Voor een eerste deelname toch heel succesvol.

Tiny House
De gemeente Hoogeveen, RENDO, de NAM, de Gasunie, New Energy Coalition en EnergyStock tekenden een intentieovereenkomst om samen het project ‘Waterstof Hoogeveen’ voor te bereiden. De partijen ondersteunen hiermee de aanvraag voor een financiële bijdrage van € 4,4 miljoen die de gemeente heeft gedaan vanuit het programma ‘Aardgasvrije Wijken van het Rijk’. Met die bijdrage kan het eerste deel van de wijk Erflanden (427 woningen) omgezet worden van aardgas naar waterstof met gebruik van het huidige aardgasnetwerk. Het maakt de aansluiting op het waterstofnetwerk, dat al voor de nieuwe wijk Nijstad-Oost wordt aangelegd, relatief eenvoudig. De bedoeling is om hierna ook de rest van Erflanden om te zetten naar waterstof. Om aan te tonen dat waterstof geen bizar andere brandstof is dan aardgas met eigenschappen die bij het gebruik ervan nauwelijks grotere risico’s kent dan het gebruik van aardgas, is de gemeente in samenwerking met het Alfa-college en een aantal bedrijven bezig om een ‘Tiny Waterstof House’ te maken. In het huisje worden installaties geplaatst die werken op waterstof. Waterstof is een zeer licht en brandbaar gas dat gebruikt kan worden om via een CV-achtige ketel warmte op te wekken. Het kan ook gebruikt worden om via een brandstofcel elektriciteit op te wekken. Als via PV-panelen waterstof ook nog zelf geproduceerd kan worden, is wel duidelijk dat het zo gek nog niet is. Dat verhaal moet wel verteld worden en daarvoor is het Tiny Waterstof House bedoeld. Gemaakt van refurbished materiaal van BORK Sloopbedrijven (circulair) met installaties die selfsupporting zijn, wordt een tour gemaakt door de provincie Drenthe. De bedoeling is om op verschillende locaties een week logies met ontbijt te verloten om zo te laten ervaren dat waterstof zo gek nog niet is. De bouw is gestart in november en de tour begint in het najaar van 2021.

SMART-Circulair
Techniekstudenten hebben meegedaan aan de ‘SMART-Circulair’-wedstrijd. SMART-Circulair is een wedstrijd die tot doel heeft om circulaire bouw zichtbaar te maken in het onderwijsprogramma in de verschillende opleidingen. Studenten hebben meegedaan met hun project  ’de Barak Linde’. Deze meer dan 75 jaar oude barak was een onderdeel van een doorvoerkamp in WO II voor verder transport naar een concentratiekamp in Duitsland of Polen. De stichting die eigenaar was van de barak heeft bij het Alfa-college de vraag neergelegd of studenten daarbij kunnen helpen. Dit vraagstuk paste prima in het kader van de wedstrijd. Door studenten van de locatie Hardenberg te betrekken en ook nog studenten van aoc Terra is het uitgegroeid tot een multi-level-multidisciplinair project.
De barak wordt een herinneringsplek voor de gebeurtenissen van de periode 1940-1945. Hiervoor is door de studenten ook invulling gezocht. Een van de onderdelen zijn interviews met nabestaanden. Met name deze gesprekken hebben diepe indruk gemaakt op de studenten. De jury vond de manier waarop deze studenten bezig waren met afbraak en wederopbouw (in combinatie met een nieuwe functionaliteit) een mooi voorbeeld van circulariteit in uitvoering en beloonde de studenten hiervoor met een speciale prijs. Hoewel de wedstrijd hiermee eindigde, gold dat zeker niet voor het project.  
Dat is verder uitgevoerd door de studenten en wordt in het voorjaar van 2021 afgebouwd en ingericht.

Naast deelname aan SMART-Circulair hebben onze studenten ook deelgenomen aan ‘Hibertad’, een ontwerpwedstrijd die gericht is op het gebruik van natuurlijke, circulaire materialen. In de versie van dit jaar was het de Baalderborggroep die een vraagstuk had over het toepassen van opschaalbare woonunits. Bij deze wedstrijd is een 4e plaats behaald.

Volgend hoofdstuk: 3 Onderwijs en examinering